Natuurinstituut

LEADFOTO vrijwilligersweekend 700x282

Na een jaar te moeten overslaan, mochten we eindelijk weer ons jaarlijkse vrijwilligersweekend houden. In het eerste weekeinde van juni ging een groep van negentien vrijwilligers van het Natuur Instituut uit Alkmaar op driedaagse excursie naar Noordlaren.

Allemaal getest en vrij van Covid19, zijn wij in onze eigen “Corona-proof-bubbel” richting Drenthe gereden. Met het Natuurvriendenhuis De Hondsrug te Noordlaren als uitvalsbasis van waaruit wij flora en fauna zouden gaan verkennen.

Zo begon onze eerste dag met een reis ver terug in de tijd, zo’n 500.000 jaar. We komen uit bij de Steilrand te Donderen - een Aardkundig Monument, gelegen op een van de ruggen (Rolder Rug) die het landschap van Drenthe zo typerend maakt.

 

Twee vrijwilligers, Marianne Snijders en Bob Petra, hebben hier een uitgebreide doe-en-denk-excursie voorbereid om meer inzicht te krijgen wat er zoal gebeurt is in deze periode en hoe dit te lezen is in het bodemprofiel.

“De bodemgeschiedenis van dit aardkundige monument geeft ons informatie over drie ijstijden tot wel 450.000 jaar terug. Onder invloed van ijs en wind is gedurende de periode van het Elsterien onder meer de laag van Peelo ontstaan”, zegt Marianne.

Onder een dunne laag keileem zien we in het bodemprofiel een dik pakket van dit zand. Bob geeft ons allemaal een beetje van het Peelo-zand en vraagt ons dit met onze handen te wrijven.

Dit geeft met het zonlicht een duidelijke glinstering. Het mineraal dat zo fonkelt, blijkt mica te zijn. Bob: “Deze mineralen komen uit graniet ofwel snel gestold lava.”

Marianne brengt ons in de voorlaatste ijstijd van het Saalien. In die periode van 238.000 tot 125.000 jaar geleden wisselden warmere en koude tijden elkaar af: “Hier in Nederland kwam het ijs tot midden-Nederland.

Het landijs bracht in Drenthe zwerfstenen en Scandinavisch keileem. In het Weichselien rond 115.000 jaar terug was het voornamelijk erg koud in Nederland.

Daar kwam ook nog eens löss en dekzand overheen.” Bob neemt de groep mee naar de bovenste lagen van de steilrand en toont ons daarmee naast geologische ook dierlijke en menselijke activiteit: “Lichtgekleurd grof zand wordt afgewisseld door donker zand dat fijner van structuur is.

Opvallend is de grijze laag van Usselo uit de Allerödperiode met daarin zwarte houtskoolpuntjes die bewijzen dat er zo’n 12.000 jaar geleden berken- en dennenvegetatie groeide op deze plek.”

“Tekenen van bodemleven worden onder meer de Vingers van Hoeksema genoemd”, gaat Bob verder. “In het dekzand vind je gangen van de Driehoornmestkever. Het zijn oude graafgangen tot soms wel een meter diep die leiden naar de broedkamer van de kever.

In de laatste 1000 jaar van bodemvorming verzuurde het dekzand sterk. Onder de dunne toplaag die inmiddels bestaat uit bouwvoren van de laatste 100 jaar vind je een mineraalarme uitspoelingslaag. Humuszuur heeft het ijzer in deze laag opgelost.

Onder deze grijze laag is een opvallend donkere laag ontstaan. Mineralen en organische stoffen hoopten zich hier op tot een harde inspoelingslaag. Deze laatste laag is ook wel bekend als oerbank. Hiermee komen we in het Holoceen, de periode waar we nu in leven, aan het eind van 500.000 jaar geologie in Drenthe.”

Na deze mooi uitleg en inzicht gaan we aan de slag met een quiz. De groep werd ingedeeld in groepjes van 5 om samen aan de quiz te werken. Antwoorden kon men halen uit het verhaal of op het nabij gelegen informatiebord.

Ook kreeg ieder groepje een stapel tijdlijn-kaarten met gebeurtenissen. Aan iedereen de taak om de quiz te maken en de tijdlijn-kaarten op de juiste plek te hangen op de uitgezette tijdlijn.

Niet alleen heel leuk om te doen, maar ook om nog meer inzicht te krijgen wat voor een bewogen geschiedenis wij hebben in Nederland.

Na afloop zijn we samen weer teruggelopen via de tijdlijn naar het heden en de kaarten die zijn opgehangen te bekijken en te bespreken. Voor iedereen was er een prijs, een gouden ‘zwerfkei’ als aandenken.

Na afloop zouden we nog een van de Pingo’s gaan bezoeken in de omgeving, een fenomeen die ontstaan is in de laatste ijstijd, maar dat bleek toch te veel te zijn na zo’n eerste indrukwekkende dag.

Tijd voor een versnapering en een gezellige avond met interessante lezing over het ontstaan van het Hunzedal, gegeven door Anton van Riel - voorzitter van het Natuur Instituut. Deze lezing als voorbereiding op een mooie kanotocht over de Hunze.

De volgende morgen starten we bij Gasselternijveen om daar de flora te gaan determineren. Naar aanleiding van de lezing en de excursie van het Aardkundig Monument, de Steilrand, werd er in de middag gekanood over de rivier de Hunze. Een prachtige kanotocht die goed het landschap weergeeft.

De laatste dag breekt aan en ook deze was weer goed gevuld. Een vogelexcursie rond het Zuidlaardermeer.

Met mooie waarnemingen zoals de zwarte Stern, Geelgors en de Kemphaan.

Drenthe is zo de moeite waard om heen te gaan, niet alleen voor flora of fauna, maar ook zijn rijke geschiedenis die zo enorm zichtbaar is in het landschap. Voor ons zeker weer voor herhaling vatbaar.

Door Marianne Snijders,

vrijwilliger Natuur Instituut Alkmaar