Natuurinstituut

Anton van Riel heeft een mossencursus georganiseerd en deze vond op drie avonden plaats. Maandagavond om 19.00 uur inloop en we starten een half uur later. Bij binnenkomst staat de houtkachel al lekker te branden. Kopje koffie, wordt er geroepen. We zitten lekker en vergeten even waar we voor kwamen. Maar de mentor houdt ons bij de les en begint stipt op tijd.

We zijn met een groepje van 6 personen, de microscopen worden opgesteld. Anton vertelt over de mossen. Het zijn geen planten zoals we die om ons heen zien. Mossen hebben geen vaatstelsel. Vocht en nutriënten worden niet door wortels maar via de bladeren opgenomen. De wortels die mossen wel hebben noemen we rhizoïden. Deze worden gebruikt als anker, voor houvast. Niet voor de opname van voedingsstoffen. Een mos heeft ook geen zaden, maar sporen. Zoals we ook wel kennen van de paddenstoelen en de varens. Anton vertelt verder hoe de weg is van spore tot een nieuw mosje tot de cirkel weer rond is.

De avond schiet al aardig op. We gaan met de microscoop aan de slag en bekijken gezamenlijk verschillende mossen. Voor het determineren maken we gebruik van de verdeelsleutel die te vinden is in de Veldgids Mossen. En dat valt nog niet mee. Via de route van onder meer levermossen, slaapmossen en topkapselmossen proberen we uiteindelijk de mos onder de microscoop op naam te brengen. En zo hebben we de eerste avond toch dit bijzondere rijtje op naam gebracht: duinsterretje, groot laddermos, gewoon haakmos, gaffeltandmos, fraai haarmos, dikkopmos, halve maantjesmos, sterrenmos en klauwtjesmos.

De avond gaat snel en met huiswerk en een genummerde eierdoos vol met mossen keren we huiswaarts. De volgende twee avonden gebruiken we vooral om te oefenen. We kijken naar steeds meer verschillende mossen en oefenen met de verdeelsleutel. We kijken naar de lengte van de glashaar, de kleur van het bladgroen, de vorm van het blaadje, wel of geen nerf en nog veel meer kenmerken. De cursisten, enthousiast als ze zijn, nemen verschillende soorten mee die ze de afgelopen dagen hebben gevonden. En daar blijken later ook nog hele bijzondere soorten tussen te zitten die niet veel voorkomen.

De laatste avond sluiten we af met een borrel en een sapje. Het was leuk interessant en bijzonder om de wereld van de mossen van zo dichtbij te bekijken en er over te leren. Echt een hele andere wereld.

Bob Petra